|
|
|
Zaterdag 3 januari 2009
Een werkdag in Zaandam. Fem en Rob zijn nog heerlijk op vakantie en Marjolein en Berjan zijn jammer genoeg niet in staat om te komen. Jaap verrast ons weer met nieuwe katernen van de gemaakte bbc-verslagen. Hij is ijverig aan het werk geweest met verkleinen en kopiëren. Het wordt een fraai geheel en iedereen is verrukt over zijn initiatief.
Verder heeft hij een lijst gemaakt van al zijn Goddijnboeken en kwam tot de ontdekking dat er nog heel wat exemplaren half af liggen. (zoals bij velen van ons!)
Zijn goede voornemen is om al die boekmodellen nu maar eens achter elkaar te af te maken. Dus werkt hij vandaag aan twee Karolingische boeken die nog steeds het tongkapitaal missen, en zo gaat hij ijverig aan de slag.
|
|
tongkapitaal maken op Karolingische Band
|
|
|
|
Bert heeft voor het Koppermaandagproject een prachtig creatief boek in foedraal gemaakt van de katernen van Het Fregatschip Johanna Maria van Arthur van Schendel en kan dit trots laten bewonderen. De foto's ervan komen t.z.t. op de site, na de presentatie van het boek op Koppermaandag 12 januari 2009, een evenement dat georganiseerd wordt voor boekbinders door én in het Ambachtshuys in Den Haag i.s.m. Atelier De Ganzenweide, als stimulans tot het ambachtelijk binden van fraaie en/of kunstzinnige boeken.
Koppermaandag is de eerste maandag na Driekoningen. Op die dag hielden de gilden traditioneel een feestdag. De gildebrieven werden voorgelezen en de privileges die de leden van het gilde genoten, werden opgesomd. Vervolgens trokken de gildelieden de stad in om geld in te zamelen dat vervolgens weer werd verbrast. Zo sloten zij de donkere periode rond de kortste dag af. De naam stamt waarschijnlijk van kopperen dat "feestvieren" betekent, via kop dat staat voor "beker". Koppermaandag wordt al in de eerste helft van de 15e eeuw genoemd, maar is waarschijnlijk nog ouder. In Amsterdam mochten op Koppermaandag en de dag erna de leprozen de stad in, wat normaal streng verboden was. In optocht ging het naar de Dam. Vervolgens werd er geld ingezameld voor het Leprozenhuis en kregen de leprozen een maaltijd aangeboden. Vanaf 1604 werd de optocht verboden omdat die teveel overlast veroorzaakte. Toen in de 18e eeuw de gilden werden afgeschaft, bleef de traditie van de feestdag alleen in stand onder de drukkers. Als proeve van vakbekwaamheid drukten de gezellen van de drukkers een speciale prent met een heilwens erop, de Koppermaandag-prent, die zij op Koppermaandag aan de meesterdrukkers en de eigenaar van de drukkerij overhandigden. In de 19e eeuw werden Koppermaandagprenten aan relaties gestuurd, als geschenk. In de loop van de twintigste eeuw ging het ritueel vrijwel verloren, doordat men in plaats van Koppermaandagprenten, Kerst- en Nieuwjaarskaarten ging versturen.
Na de Tweede Wereldoorlog werd het gebruik deels weer in ere hersteld, eerst vanaf 1949 in Drente, en later ook in Noord-Brabant en in Zeeland. Steeds meer drukkers gingen er toe over als proeve van vakbekwaamheid hun relaties een Kopperprent toe te zenden. Tegenwoordig zijn er verschillende Drukkers in de Marge die een Kopperuitgave maken. Ze ontwerpen hun prenten en boekjes zelf, en zetten de tekst met de hand, gebruikmakend van loden letters. Sommigen passen ook houten letters, clichés en hout- of linoleumsneden toe als verlevendiging van de tekst. De boeken of prenten worden vervolgens met de hand in een beperkte oplage gedrukt. Maar ook voor boekbinders is het nu dus een uitdaging om iets speciaals voor deze dag te maken.
|
|
|
|
Jopie laat ons de door haar gemaakte boekmodellen 14 en 15 zien. Met boekmodel 14, de omslagband met lias uit de 18e eeuw (ofwel langsteekband), is ze lang aan het stoeien geweest. Ze heeft het naaiwerk tot 3x toe opnieuw uitgevoerd, omdat ze dacht dat de steken niet goed waren op de rug. Het werd heel anders dan ze gezien had op de boeken van Frans en Jaap. Uiteindelijk heeft ze geconcludeerd dat ze het goed deed en Jaap is het nu helemaal met haar eens. Het klopt met de beschrijving die Goddijn geeft, zodat er inderdaad enkele dwarssteken op de rug te zien zijn.
|
|
|
|
|
|
boekmodel 14 van Jopie
|
boekmodel 15 van Jopie
|
|
|
Voor boekmodel 15, de omslagband met directe strengeling uit de 18e eeuw, (ook een langsteekband), heeft ze superdun perkament gebruikt, waardoor de band een verfijnde uitstraling heeft gekregen. |
|
|
|
Jopie heeft nu boekmodel 16 onder handen, een langsteekband met indirecte strengeling uit de 17e eeuw. Ze heeft de leren omslag al klaar en die ziet er prachtig uit. De banden heeft ze even tijdelijk vastgezet met wat touw- steken om gemakkelijker te kunnen werken met het doorrijgen van de strengels. Het is een heel gedoe om die strengels door het rugleer te krijgen en met het uiteindelijke resultaat aan het einde van de middag is ze dan ook niet tevreden. We zijn benieuwd naar de tweede versie en wensen haar veel succes! |
 |
|
|
Jopie werkt geconcentreerd aan boekmodel 16
|
|
|
|
Anton heeft van Sil de strandjutter een juweel van een boek gemaakt, gebonden als een Duitse band in kunstleer. Een zeer subtiel ontwerp in bladgoud, aangebracht met de rolfilet, siert het voorplat.
De titel is gedrukt met de foliepers en op de rug heeft Anton een titelschildje aangebracht.
We bekijken de band met zeer veel bewondering en zijn het er unaniem over eens dat het een prachtig gebonden boek is. |
|
|
|
|
|
|
|
 |
Anton legt ons uit hoe hij dit ontwerp overgebracht heeft op de band. De tekening maakte hij eerst op papier en daarna op een proefplat. Maar al werkende kwam hij er echter achter dat je op die manier slecht kunt zien wat je doet. Dus tekende hij opnieuw op doorzichtig papier en daardoor kon hij veel beter zien hoe het ontwerp op het plat zou komen.
Bovendien kon hij met de losse onderdelen van de tekening gaan schuiven of gedeelten daarvan gaan spiegelen door het papier om te draaien, om zo te bekijken waar het allemaal het mooist uit zou komen. Uiteindelijk vond hij zo ook het ontwerp beter in even-wicht met de titel, door de duinen rechts van de vuurtoren te plaatsen, i.t.t. zijn eerste ontwerp, waarin hij de duinen links plaatste.
Daarna kon hij de lijnen met de rolfilet via het papier doordrukken op de band en vervolgens bracht hij bladgoud aan in de lijnen. |
Eerste ontwerp voor de band van Sil de Strandjutter.
|
|
|
 |
|
Anton laat ons ook het door hem vervaardigde boekmodel 13 zien,
de Bradelband.
Voor de omslag gebruikte hij een eigen gemaakt terpentijmarmer
en het titelschildje schreef hij zelf,
zoals vroeger ook gebruikelijk was.
|
|
|
|
|
Vandaag werkt hij aan het herstellen van een boek voor een kennis. Zo komt het gesprek op het werken voor anderen en het nooit de tijd kunnen berekenen die je erin steekt.
De meningen zijn sterk verdeeld over het al of niet opdrachten aannemen en het werken voor een schijntje! De meeste 'klanten' beseffen niet hoeveel werk er verricht moet worden om een boek te repareren en hoeveel uren dat in beslag neemt. Het voorzichtig 'slopen' van het boek en het afweken van de oude schut - en dekbladen kost de nodige tijd en aandacht. Daarna volgt het schoonmaken van de katernen en het opnieuw naaien van het boekblok. Anton naait op touwtjes op de naaibank en heeft aan het einde van de dag weer een keurig boekblok klaar, met uitgevlast touw geplakt op het schutblad. Thuis volgt het werk aan de band.
|
|
Oud boekblok, voorzien van nieuwe schutbladen en nieuw naaiwerk.
Het bindingstouw is uitgevlast en vastgeplakt op het schutblad.
|
|
Ik, Ine, heb de perkamenten spitselbanden gemaakt volgens beide door Goddijn beschreven methoden. Ik wilde graag ervaren waar de verschillen zaten. Beide methoden zijn interessant om te maken en hebben ieder hun eigen voordelen. Zo vond ik bij de eerste methode het inschuiven van de ingelijmde platten in de reeds om het boek aangeregen perkamenten band lastig en onpraktisch werken, maar de omgezette randen geven dit model iets heel speciaals. |
|
 |
|
Bovendien bleek het heel goed mogelijk om de band geheel los van het boek te formeren, hetgeen voor het maken van de vouwen voor alle inslagen ideaal werkte, zonder dat het boekblok in de weg zat. Dit boekmodel heb ik overigens nog niet helemaal klaar en werk daar vandaag verder aan. De linten moeten nog bevestigd worden aan de voorsnede, dus moet ik sneetjes snijden of ze met een beiteltje slaan door de perkamenten omslag en kartonnen platten.
spitselband in wording, volgens de eerste beschreven methode bij Goddijn |
|
|
Bij de tweede methode sla je het perkament om het boekblok waarop de platten reeds zijn gelijmd. Dat werkt anders en gaf me zeker aan kop en staart de nodige problemen met de inslagen, vooral bij de rug. Bert, die dit boekmodel ook gemaakt heeft, had daar minder last van omdat het door hem gebruikte perkament vrij dun was.
|
|
|
|
spitselband in wording volgens de tweede beschreven methode, gemaakt door Ine
|
|
boekmodel 11, de spitselband volgens de tweede methode, door Bert gemaakt
|
|
|
|
|
I |
Ik vind perkament een prachtig materiaal om mee te werken, én heb het eigen gemaakte reebokvel verwerkt, wat natuurlijk helemaal speciaal was! Maar ik blijf het lastig vinden om met perkament te werken, omdat dit materiaal zijn eigen gang gaat en golft wanneer je dat niet wilt! Bovendien is het moeilijk om het te vouwen en inslagen te maken, zeker als het perkament wat dikker en droog is. Dus is het aan te bevelen het perkament goed te bevochtigen, zodat het soepel wordt om er mee te kunnen werken. Maar je moet dan wel rekening houden met de eventuele krimp tijdens het drogen.
Mijn ervaring is dat je eventuele golvingen wel weer weg kunt werken door het perkament nat te maken, glad te strijken en onder bezwaar volkomen te laten drogen.
|
gerimpeld perkament door aanplakken van het oor
|
|

hetzelfde boek bevochtigd, glad gewreven en gedroogd
|
|
|
|
Nu we het toch over perkament hebben, gaat iedereen even mee naar de schuur om te kijken naar de everzwijnhuid die mijn buurman en ik opgespannen hebben. De structuur van deze huid is totaal anders dan van de reebokhuiden die we hiervoor hadden. Heel interessant om te zien. Het was een zware klus om al het vet van de vleeskant te verwijderen, maar na uren-lang schrapen en fileren is het ons toch gelukt. De lange haren konden heel gemakkelijk weg gewreven worden en het was zeer verrassend om te zien hoe onder die lange haren een donslaag te voorschijn kwam.
|
|
|
|
everzwijnhuid
|
|
Boekmodel 12, de brocheerder, was snel gemaakt. Ik heb er gekleurd Zaans Bord van de papiermolen uit Westzaan voor gebruikt en het dekblad is afkomstig van De Middelste Molen uit Loenen. De omslag moest eigenlijk van marmerpapier zijn, maar ik heb gemarmerd linnen van Karli Frigge gekozen.
|
|
|
|
Jaap moet ook nog het omvlochten kapitaal voor het vierde boekmodel maken, maar hij kon geen geschikte naald vinden om het leerband te verwerken en vroeg dus wat wij gebruikten.
Zo komt het gesprek weer op de werkwijze van dit bijzondere kapitaal en rijst de vraag of ik het schema dat ik ooit maakte op de site wilde zetten. Bij deze dan.
|
|
Algemeen:

|
|
Het tweede riempje (rood) is de "gangmaker" (het gaat steeds door de nieuwe gaatjes)
Het eerste riempje gaat (op aanhechting in eerste gat na) steeds door het gat waar het tweede riempje al doorgegaan is.
Het eerste riempje (blauw) wordt steeds van beneden naar boven onder het tweede (rode) doorgehaald en komt van binnen naar buiten door het ruggat.
Het tweede riempje (rode) wordt steeds van boven naar beneden onder het eerste (blauwe) doorgehaald en gaat van buiten naar binnen door het ruggat.
|
|
Werkwijze: (bij de foto's kijk je tegen de buitenkant aan)
1.
eerste riempje (blauw) van binnen naar buiten steken,
over het kapitaal heen
en wéér van binnen naar buiten steken door hetzelfde gat
|
 |
2.
nieuw gat maken, 0,5cm verder vanaf eerste gat waar eerste riempje uit komt.
tweede riempje onder de lus van eerste riempje (blauw) doorhalen, van binnen naar buiten,(van links naar rechts).
tweede riempje (rood) door 2e gat, van buiten naar binnen steken.
|
 |
3.
rode riempje aan de binnenkant onder blauwe doorhalen. |
 |
4.
blauwe riempje aan buitenkant onder rode doorhalen,
over kapitaal heen,
en dan van binnen naar buiten door hetzelfde gat van het rode riempje steken.
|
 |
5.
nieuw gat maken, 0,5cm verder naar rechts op de rug,
rode riempje onder de nieuwe lus van het blauwe riempje doorhalen, daarbij over de vorige lus van het blauwe riempje gaan,
rode riempje door nieuwe gat naar binnen steken.
|
 |
6. zie punt 3 |
 |
7. zie punt 4 |
 |
8. zie punt 5 en steeds herhalen vanaf punt 3. |
 |
|
|
|
|
Hans is aan het worstelen met de perkamenten rug voor de spitselband. De vouwen lopen van kop naar staart niet gelijk van breedte en hij zoekt hiervoor een oplossing. We raden hem aan het perkament weer vochtig te maken, zodat de reeds gemaakte vouwen verdwijnen en hij, langs een mal, opnieuw rechte vouwen kan maken.
Zo gezegd, zo gedaan, met een perfect resultaat.
|
|
 |
|
We worden door Hans nog opmerkzaam gemaakt op het gebruik van kleur bij het binden van boeken zoals dat vroeger (±1940) onderwezen werd. Hij heeft daarover in BBB nr. 3 uit 1997 op blz. 120 een interessant artikel van Wim Slaats gevonden.
Voor hen die deze uitgave niet of niet meer hebben daarom hieronder de toentertijd aanbevolen kleur voor de diverse banden:
Donkerbruin voor encyclopedieën, verzamelwerken, bibliografie.
Lichtbruin voor wiskunde en technische wetenschappen.
Donkerblauw voor orientalia, oude talen.
Lichtblauw voor algemene en moderne taalkunde.
Donkerrood voor geschiedenis.
Roze voor schone letteren.
Geel voor kunst, muziek.
Donkergroen voor natuurwetenschappen.
Lichtgroen voor landbouw, boscultuur en huishoudkunde.
Oranje voor genees- en heelkunde.
Lichtgrijs voor wijsbegeerte, pedagogiek.
Donkergrijs voor rechts- en staatswetenschappen.
Zwart voor godgeleerdheid en kerkgeschiedenis.
|
|
Geen binder die zich daar heden ten dage nog aan houdt!!!
Maar wellicht de moeite waard om nog eens te overwegen
en er de komende weken onze gedachten over te laten gaan!
|